starchitecten

Ben van Berkel

Tech-architect

Ben van Berkel brak op zijn 32ste door met de Erasmusbrug in Rotterdam (1996), bijnaam De Zwaan. De jonge gedreven architect deed mee aan een ontwerpwedstrijd en won de opdracht, ook al was het de duurste van de inzendingen en niet makkelijk uit te voeren. Maar Van Berkel had in zijn ontwerp een link gelegd met de haven en voor de gemeente was de verbinding tussen centrum en de Kop van Zuid belangrijk, dus dat verdiende een icoon. De brug werd ruim 800 meter lang en heeft tuien die eerst nog problemen gaven. Die werden met schokdempers verholpen. Hoog nagelbijtgehalte, maar het lukte en bij de opening waren niet alleen de koningin en de burgemeester aanwezig, ook Van ­Berkels ouders die het bombardement van Rotterdam hadden meegemaakt. ‘Ze konden niet ­geloven dat hun zoon verantwoordelijk was voor het laatste en mooiste onderdeel van de wederopbouw.’ (LXRY, 2016).

De bekende architect-hoogleraar is nu menig icoon verder. Voor Gotenburg in Zweden droeg zijn ­bureau UNStudio bij aan het ontwerp van de kabelbaan ter viering van de 400-ste verjaardag van de stad in 2021. De kabelbaan gaat vier stations verbinden en is de eerste nieuwe vorm van openbaar vervoer sinds de metro in 1930. De zes torens zijn geïnspireerd op havenkranen en zijn opengewerkt zodat ze geen zware schaduwen werpen. Er bestaat een kans dat Amsterdam ook een kabelbaan krijgt, ontworpen door Van Berkel en zijn team: over het IJ voor de 750ste verjaardag van de stad in 2025. In de cabines is plaats voor 32 tot 37 passagiers. Die zoeven dan met ruim 20 km per uur in nog geen vijf minuten naar de overkant van het IJ. Fietsen kunnen ook mee. De torens variëren in hoogte en zijn niet te zien vanuit de Grachtengordel.
Voor de wereldtentoonstelling in Dubai van 2020 heeft Van Berkels studio een ontwerp ingediend voor een tijdelijk Hollands Paviljoen in het ‘Duurzaamheid’-gedeelte. Voor Qatar een spoorwegsysteem met vier ­metrolijnen die honderd stations verbinden. UNStudio won die opdracht door niet alleen naar de technische behoeften te kijken, ook hoe de massa’s het zouden gaan gebruiken.
In Hong Kong wordt op dit moment het Lyric Theater gebouwd, een complex met studio’s en drie theater­onderdelen waarin kleuren zijn toegepast om de gebruikers de weg te wijzen. China kreeg twee 250 meter hoge, gestroomlijnde torens voor ‘mixed use’ in Hangzhou’s prominente Raffles City (2018). Ze hebben een draai en zijn verbonden door een podiumgebouw van zes verdiepingen. In de aluminium vinnen zit zonwering.
Londen kreeg een woontoren, de Canaletto (2017) met driehoekige façade en gemeenschappelijke faciliteiten: restaurant, zwembad. De woontoren werd met 31 verdiepingen opzettelijk veel lager gehouden voor een menselijker sfeer. In Korea licht ‘s nachts het Galleria-winkelcentrum (2010) op als een stadsbaken door veelkleurige leds. In Stuttgart zette Van Berkel het veel­geprezen Mercedes-Benz Museum neer (2001-2006) waarin je met een lift naar boven gaat en dan kunt kiezen uit twee routes die in een dubbele spiraal naar beneden draaien.

Nederland heeft inmiddels een collectie Van Berkels. ­Bedrijfsgebouw Karbouw (1990-1992) in Amersfoort werd zijn eerste gerealiseerde werk, met een timmerhal, kantoor, kantine en showroom, opvallend door het bolle dak en een verdraaide verdieping. Zijn Remu elektriciteitsgebouw (1989-1994) in Amersfoort laat ook een verspringing zien, en gebruik van verschillende materialen: hier basalt en aluminium. De opdeling verbeeldt het transformatieproces.
Ruim vóór de Erasmusbrug had Ben van Berkel al een bekroning binnen voor architectuur (Charlotte Köhlerprijs, 1991). Hij bouwde daarna nog een brug: de Prins Clausbrug over het Amsterdam-Rijn­kanaal bij Utrecht (1997-2003). Living Tomorrow (2004) in Amsterdam was een innovatieplatform dat moest ­laten zien hoe het huis van de toekomst zou worden. Het Möbius­-huis in Naarden (1993-1998) had hij ontworpen als een Möbiusband: gefragmenteerd maar ook ononderbroken. Van Berkel wilde er het leven in een etmaal mee weergeven, met het uiteengaan en weer samenkomen van de gebruikers.

‘De zon die opkomt in de polder’
De Vrije Academie omschrijft Van Berkels werk in ‘Tien Hedendaagse Architecten’ (2018) als ‘expressief, met visuele verwantschap met zijn tijdgenoten maar daarnaast verrassend eigen. [..] Over het algemeen complex van vorm waarbij hij zich hard maakt voor de mogelijkheid van kleur in zijn gebouwen; kleur kan in zijn ogen dienen als culturele verbinder en als sociale activator.’
Voor onderzoekslaboratorium Groningen (2009) koos de architect lichtgeel naar heldergroen. Lelystad kreeg het feloranje en diamantvormige Theater Agora (2007). Van Berkel zei over die kleurkeus: ‘Aan het IJsselmeer heb je nog steeds spectaculair gouden luchten bij het opkomen en ondergaan van de zon. Die kwaliteit van het licht en die kleur wilde ik naar Lelystad brengen.’ Tegen de wethouder had hij gezegd dat hij een theater wilde maken dat doet denken aan de zon die opkomt in de polder. ‘Dat vond hij zo’n mooi verhaal; daarmee heb ik het project gekregen.’ Gevraagd naar wat een typische Van Berkel is zei de architect-hoogleraar: ‘Geometrisch gedurfd’. Maar over ‘de’ stijl van zijn studio: ‘Ik wil stijl juist bevrijden en elk gebouw zijn karakter meegeven. Daarom geloof ik ook sterk in het experiment.’ (LXRY, 2016).

Bouwplaatsen 
Ben van Berkel kreeg interesse in bouw mee van thuis. Zijn vader nam hem op zondag mee naar bouwplaatsen in zijn geboortestad Utrecht in de omgeving van een uitbreidingswijk. Het waren wijken met invloeden van Rietveld. Van Berkel was al bezig met grafisch ontwerp toen hij door een reis naar Japan duidelijk voor ogen kreeg dat architectuur zijn keus moest zijn. Eerst aan de Rietveld Academie in Amsterdam (1979-1982), daarna studeerde hij cum laude af aan de Architectural Association in Londen (1987). Van Berkel werkte kort onder beroemd geworden architecten: Santiago Calatrava en Zaha Hadid, de legendarische koningin van het welvende ontwerp. Van Berkels veelbekroonde Arnhem Centraal (2015) laat duidelijk zien dat de Nederlandse architect in zijn begintijd onder Hadid heeft gewerkt.

Zelf stichtte hij in 1988 een architectenbureau met zijn toenmalige vrouw Caroline Bos, die hij in Londen had ontmoet. Bos had in die stad kunstgeschiedenis gestudeerd, en in Utrecht stads- en regioplanning. Ze is later wel het ­‘geheime wapen’ genoemd, een ‘in-house analist en interne criticus [..] met Ben van Berkel op de publieke voorgrond (Design Build, 2008).
In 1998 veranderden Van Berkel en Bos de naam van hun – eerst naar zichzelf genoemde – bureau in UNStudio (UN voor United Network) om de verbinding te benadrukken van verschillende disciplines. De studio specialiseert zich in architectuur, binnenhuisarchitectuur, productontwerp, stadsontwikkeling en infrastructuur. De organisatie heeft nu 200 werknemers uit 27 landen, met vier vestigingen: in Amsterdam, Shanghai, Hong Kong en Frankfurt. ‘In een gestroomlijnde structuur die ons in staat stelt minder tijd te steken in organisatie en meer tijd in ontwerpen en samenwerking met onze cliënten.’ De huidige managers zijn – naast de twee grondleggers – Gerard Loozekroot, Astrid Piber en Hannes Pfau, omringd door ‘een sterke groep directors’.
Van Berkel en Bos, die naast andere bekroningen ook de Charles Jenkins Award (2007) wonnen voor hun theoretische en uitgevoerde projecten, doceren op vooraanstaande universiteiten. En ze publiceren titels zoals Mobile Forces (1994), Move (1998) en Design Models (2006). Recenter Knowledge Matters (2016) en een app, Spaces of Flow.

‘Human-centric tech solutions’ 
De tijd dendert voort en brengt razendsnel vernieuwing. Van Berkel zag dat er meer nodig was om verschil te maken ‘op het kruispunt van technologie en de gebouwde omgeving’. Kruisbestuiving was voor hem al een noodzaak. Vorig jaar richtte hij daarom UNSense op met experts op gebied van architectuur, stedenbouw en technologie. Het staat los van UNStudio en verbindt onder anderen data-analisten, sociaal designers, technici, financieel deskundigen en filosofen. UNSense zet onderzoek en digitalisering in om technologische oplossingen te vinden voor de gebouwde omgeving. Human-centric tech solutions for the built environment, heet het op de website. Deze denktank is in Amsterdam gevestigd in de Freedom Lab Campus.
De in Amsterdam wonende architect-hoogleraar noemt zich nu ‘tech-architect’. Het is hoog tijd dat architectuur technologie inhaalt, zegt hij. ‘De digitale revolutie stuurt verandering aan op ieder terrein in ons leven, behalve als het gaat om de gebouwde omgeving. Als architect geloof ik dat technologie een grote kans is om tot de kern te komen van architectuur, namelijk de mensen.’ Voor hem is technologie gereedschap om de gebouwde omgeving menselijker en gezonder te maken, op sociaal terrein en voor lichaam en geest. ‘Tot nu toe moesten gebruikers zich aanpassen aan wat architecten in hun hoofd hadden. Kunstmatige intelligentie en digitale en zintuiglijke technologie stellen ons nu in staat gevoelige gebouwen en steden te maken die kunnen worden aangepast aan de behoeften van individuelen en de hele bevolking.’

Badplaats van de toekomst
Neem Kijkduin. Van oudsher de geliefde, natuurlijke badplaats van Den Haag vijf kilometer ten zuiden van Scheveningen. Kijkduin wordt op dit moment duchtig onder handen genomen: er komen negen appartementengebouwen pal aan zee, met horeca, een versmarkt en een mix aan cultuur, sport en vertier. UNSense heeft samen met de Gemeente Den Haag, de achter Kijkduin liggende wijk Loosduinen en FRED Developers mogelijkheden onderzocht om ‘de badplaats van de toekomst’ te creëren. Dit op gebied van innovatie en duurzaamheid, ook als een proeflaboratorium voor pionierende technologie. ‘We zijn nog in de conceptuele fase,’ zegt Ben van Berkel. ‘Naast efficiëntie en optimaliseren van energie en mobiliteit enzovoorts richten we onze focus vooral op het verzamelen en gebruiken van data om voor gebruikers positieve ervaringen te scheppen in de openbare ruimte. We hebben onderzocht welke diensten we kunnen ontwerpen die voldoen aan de behoeften van de toekomstige bewoners, uitbaters en bezoekers.’
Als voorbeeld noemt de architect-hoogleraar dat je bij het wakker worden een bericht op je smartphone vindt dat aansluit bij je hobby – surfen – en het weerbericht – perfecte golven – met informatie hoe laat je het beste kunt gaan surfen in Kijkduin als je ook naar de verkeersomstandigheden kijkt. Via de app boek je een parkeerplaats en als je wilt een surfboard, en kun je ook eten en drinken bestellen dat op het strand bezorgd wordt. Van Berkel: ‘De technologie bestaat al. Nu nog alles met elkaar verbinden voor de beste gebruikerservaring. De volgende stap is het prototype en de test pilot.’

Groene bollen 
Eveneens voor Den Haag bedacht UNStudio vorig jaar een Centraal Innovatie District (CID) met Socio Technical Vision: een nieuwe stadsvisie en proefterrein gericht op ‘de grootste uitdaging voor steden – urbanisatie en duurzaamheid’. Hoe moet zo’n CID eruit zien, vroegen de bedenkers. En hoe kan zo’n dichtbevolkt district in de toekomst zelfvoorzienend worden en energieneutraal? En hoe wordt de benodigde technologie aangesloten op de mensen die er wonen en werken?
Het ontwerp laat groen beplante bollen zien op een terrein dat zo groot is als Schiphol nu. Een dubbele laag met woningen, kantoren, parken en mobiliteit boven de bestaande spoorweginfrastructuur, met intercity-stations op loopafstand: een ‘Metropolitan Superhub’ met overkapte voetgangersbruggen vol bomen. ‘Deep planning’ dus weer, voor ambitieuze projecten voor een heel ­gebied. Daar is voor architecten niet meer omheen te komen, zeggen Van Berkel en Bos.