Robert Kolenik
Ongekende luxe voor de happy few
Ontwerper Robert Kolenik staat twintig jaar op eigen benen. Dat viert hij met een boek en een interview met vakblad DVK: “Als je het me op de man af vraagt, ben ik inderdaad een selfmade man.”
Wie afgelopen jaar regelmatig met zijn bootje over de Vinkeveense Plas dobberde, zag langzaam een nieuwe villa verrijzen. De tuin heeft nog wat tijd nodig, maar van buiten is het pand af. Binnen leggen professionals de laatste hand aan het luxueuze interieur. Zowel de woning als het interieur zijn ontworpen door de nieuwe bewoner zelf. Het gaat om Robert Kolenik. Op een deel van de begane grond en een stukje kelder komt zijn ontwerpstudio. De rest wordt woning, maar zal tevens dienstdoen als showroom. “Ik verwacht niet dat er iedere dag vreemden door mijn huis zullen wandelen hoor”, legt de ontwerper uit. “Waarschijnlijk leiden we hooguit eens in de week iemand rond. Dus ik zie het vooral als een goede stok achter de deur om ons huis netjes te houden.”
Carte blanche
Vakblad DVK ontmoet hem in Rotterdam, waar hij werkt aan drie interieurprojecten in Bayhouse, het nieuwe wooncomplex naast het geplande stadsstrand bij de oude Rijnhaven. Een van de drie projecten is ‘The Box’. Dit penthouse, met zicht op de Euromast en de Kop van Zuid, geldt als het duurste appartement van Rotterdam. Het is qua inrichting nog luxueuzer en gedetailleerder dan de andere twee appartementen, maar bij alle drie herken je direct de hand van Kolenik: strakke lijnen, speelse bochten, exclusief natuursteen, luxe houtsoorten, bijzondere verlichting en op het oog onzichtbare technische vernuftigheden. Luxe voor de happy few.
“Als je mij vraagt als ontwerper, vraag ik in principe carte blanche”, legt hij uit. “Mensen kennen mijn werk en kiezen mij vanwege mijn stijl. Natuurlijk houd ik rekening met hun gewoontes en wensen, maar uiteindelijk krijg je mijn visie op high-end wonen. Luxe interieurs die uitnodigen tot leven, werken en ontspannen, met nieuwe technologieën om mogelijk te maken wat eerder onmogelijk leek.”
Klusbedrijf
Zijn werkwijze vat hij samen onder de noemer ‘Global Boutique Design’. ‘Global’ verwijst naar zijn internationale werkgebied en stijl. ‘Boutique’ staat voor zijn betrokkenheid. Want hoewel hij al jaren zelden meer achter een computer zit om iets te tekenen, is hij drager van ieder project. Hij is het eerste aanspreekpunt, inventariseert de wensen, begeleidt de ontwerpen, en later de realisatie. Als het klikt tussen zijn klant en projectmanager slaat hij weleens een meeting over een elektraplan over, maar de materiaalkeuzes en shopmomenten doet hij altijd zelf. “Op kantoor werken een interieurarchitect, twee interieurdesigners, twee projectmanagers, een technisch tekenaar, een financial controller en een 3D-tekenaar,” stelt hij zijn team voor. “Dankzij hun kunde en toewijding ben ik in staat om meer dan vijftien projecten tegelijkertijd te draaien.”
Het begon allemaal toen zijn vader last kreeg van zijn rug en zijn zittende beroep als IT’er voorgoed vaarwel zegde. In plaats daarvan begon hij een klusbedrijf. Zijn zoon studeerde economie, maar kluste bij in het nieuwe bedrijf van zijn vader. Hoewel hij zijn studie afrondde, werd hij nooit gegrepen door dat vak. Daarom besloot hij voor zijn vader te blijven werken. Ze begonnen een vof en twee jaar lang renoveerden ze samen panden. Gestaag groeide zijn kennis van materialen, elektra en loodgieterswerk. Maar veel tijd om het bedrijf verder uit te bouwen, was er niet. Na twee jaar overleed zijn vader vrij plotseling. Zijn moeder was al jong overleden, dus de pas 24-jarige Robert stond er alleen voor.
Cocktailbar
“Dat was een heftige tijd”, blikt hij twintig jaar later terug. “Het wegvallen van mijn vader voelt nog altijd als een gemis. Maar het goede dat ik eruit haal is dat mijn vader me deze richting in heeft geduwd. Zonder hem had ik mijn passie wellicht nooit ontdekt.”
Robert Kolenik borduurde voort op zijn vaders werk, maar gooide het wel over een andere boeg. Hij wilde niet langer alleen renoveren, maar ook zelf creëren.
En toen iemand bij brouwerij Inbev vroeg of hij ook de ontwerpen voor horecagelegenheden kon verzorgen, greep hij zijn kans: “Ik heb toen flink gebluft. Ik huurde een kantoor in een bedrijfsverzamelgebouw en richtte dit binnen een week in als ontwerpstudio. Ik won het vertrouwen en mocht voor het eerst een horecagelegenheid van begin tot eind ontwerpen en realiseren. Mijn tweede project won de Venuez Hospitality Award voor beste cocktailbar. Misschien geen internationale prijs, maar het was precies de bevestiging die ik nodig had.” Met dit vernieuwde vertrouwen zette hij een stip op de horizon. Hij nam zich voor om in de toekomst uitsluitend high-end interieurs te ontwerpen. Hotels, penthouses, bijzondere projecten. Een eigen signatuur, niet geremd door constructieve beperkingen. Een bijpassend portfolio had hij niet, dus toonde zijn website alleen renders van projecten, die pas werden ingeruild voor foto’s, toen zijn naam groeide in de betere kringen.
Aquarium
Gevraagd naar het hoogtepunt van de afgelopen twintig jaar, noemt hij direct zijn ‘Ocean Kitchen’. Het gaat om een enorm aquarium, met daarop een aanrechtblad dat hydraulisch omhoog kan worden getild zodat de wanden en filtersystemen bereikbaar zijn voor onderhoud. Hij ontwierp het in 2010 voor een klant die graag een aquarium in de buurt van zijn keuken wilde. Maar omdat hij niemand kon vinden die het idee volgens zijn standaarden kon maken, werd het ontwerp pas drie jaar later bij een andere klant gerealiseerd.
“Van voren lijkt het hele keukeneiland één groot aquarium”, legt Kolenik uit. “Maar omdat ik ook keukenkastjes in het eiland wilde plaatsen, heb ik er een L-vormig aquarium van gemaakt. Aan de binnenkant zitten spiegels zodat je de kastjes niet ziet. Om de illusie compleet te maken, heb ik rotsblokken doormidden laten zagen en tegen de spiegel gelijmd.”
“Ik wilde heel graag dat het aquarium op de oceaan zou lijken”, vervolgt de ontwerper. “Maar zoutwateraquariums zijn een ramp in onderhoud. Het is funest voor de apparatuur en het is lastig om het pH-gehalte constant te houden. Daarom heb ik een zoetwateraquarium gemaakt. Door het witte zand, het blauwe licht, de zoetwaterkrab en het ontbreken van planten, lijkt het op een oceaan-aquarium, maar het onderhoud kost hooguit een uurtje per maand.”
Positionering
Naar schatting ontwierp hij enkele honderden keukens. Soms leunend op Arclinea, maar meestal op maat gemaakt en ter plaatse door meubelmakers of andere specialisten in elkaar gezet. Vaak komt hij hierbij voor andere uitdagingen te staan dan andere interieurontwerpers: “Mijn doelgroep heeft zelden last van ruimtegebrek”, legt hij uit. “Meestal is er naast een woonkeuken ook ruimte voor een of twee bijkeukens, een eiland, een bar, een koffiehoek, een eettafel voor dagelijks gebruik én een dinertafel voor visite. Die functies zijn vaak verdeeld over meerdere ruimtes, wat veel vraagt qua positionering. De plekken die dagelijks gebruikt worden, plaats ik centraal in de woning. Andere ruimtes, zoals de eettafel met tien stoelen die hooguit drie keer per jaar worden gebruikt, liggen daar omheen. Je wilt voorkomen dat mensen eerst door stille gangen en ongebruikte ruimtes moeten, voordat ze de levendigheid binnenstappen.”
Indoor plantenbossen
Binnenkort verschijnt zijn nieuwe boek ‘Interiors for Conscious Living’. Zoals de titel al een beetje verraadt, ligt de focus op de toegenomen aandacht voor voeding, gezondheid en zelfvoorzienendheid, iets wat steeds belangrijker wordt in de kringen waarvoor hij ontwerpt. Denk aan woningen met een filtersysteem dat regenwater terugfiltert tot drinkwater, of urban farms die vrijwel automatisch groenten kweken in stadsappartementen. Of bijenkasten met honingraten die met één druk op de knop uit elkaar schuiven, zodat de honing er via een tapkraantje uitgetapt kan worden.
“Ook de luchtkwaliteit in huizen wordt steeds belangrijker,” vervolgt de ontwerper. “Voor mensen in de buurt van Schiphol of een snelweg, sluit ik het luchtzuiveringssysteem steeds vaker aan op indoor plantenbossen. Op die manier wordt schone lucht gecreëerd, zonder dat we daarvoor lucht van buiten nodig hebben. Het is niet voor iedereen weggelegd, maar mijn klanten verkeren in de positie dat ze hier waarde aan kunnen hechten.”
Info:
kolenikdesign.com