designers

Alberto Torsello

De essentie van koken

Alberto Torsello werd bekend als restauratie- en renovatiearchitect, maar maakt regelmatig uitstapjes naar interieur- en productdesign. In die hoedanigheid stond hij aan de basis van het keukenmerk Abimis.

Trappen vormen het architectonische hart van een gebouw. Ze stellen ons in staat om op meerdere verdiepingen te wonen. Een van de belangrijkste uitvindingen in de geschiedenis van de architectuur. Als je een mooie, functionele, betekenisvolle trap in een woning plaatst, heb je in feite een fantastische woning.”

Aan het woord is Alberto Torsello. Een bekende, innemende Italiaanse architect die al een paar decennia opereert op het snijvlak van theorie, historie en architectuur. Hij staat bekend als voorvechter van het behoud van het vele culturele erfgoed dat Italië te bieden heeft en werkte mee aan vele renovatie- en restauratieprojecten in zijn geboorteland. Denk aan het oude marktpaleis in Verona, de academiegalerijen in Venetië, het Borghese del Vivaro-paleis in Rome, de Corallo-bioscoop in Verona en het Sforzesco-kasteel in Milaan. Maar zijn studio TA Architettura is ook benaderbaar voor nieuwbouwprojecten, interieurarchitectuur en toegepast productdesign.

Essentie
In de loop der jaren ontwierp hij meerdere keukens. Meestal in hotels, restaurants of woningen. Het ging om eenmalige projecten waarbij hij doorgaans sterk leunde op bestaande keukenmerken. Uitzondering vormt de Ego-keuken die hij maakte voor Abimis. Met deze volledig rvs-keuken stond hij aan de basis van het Italiaanse keukenmerk dat in 2013 op de markt kwam. Het gaat om een sub-label van het al langer bestaande Prisma. Inmiddels is de keuken alweer acht jaar oud, maar het ontwerp is nog altijd actueel.

“Ego Abimis gaat over koken”, verklaart Torsello zijn compromisloze bijdrage aan onze branche. “Het gaat over het bereiden van voedsel. De essentie.”

Voor hij verder gaat, neemt de architect ons kort mee naar zijn geboortegrond: “Ik kom van origine uit Apulië, het meest oostelijke deel van Italië, boven Sicilië. In Apulië hebben we een lange traditie als het gaat om koken en eten. We staan bekend om onze pure keuken en de kwaliteit van onze ingrediënten. Ik vertel dit, omdat dit belangrijk is. Want alleen als je zelf liefde voelt voor voedsel en koken, kun je de essentie van de keuken begrijpen. Alleen zo kun je een keuken betekenis geven.”

Functionalisme
Torsello blijkt sterk beïnvloed door het functionalisme: “In basis zijn keukens instrumenten om betekenis aan voedsel te geven. Door energie kun je ingrediënten compleet veranderen en omtoveren tot prachtig voedsel. Alles aan de keuken moet daaraan ten dienste staan. Binnen die gedachte is er geen ruimte voor decoratie. Als je de essentie van koken begrijpt, ontstaat de vorm van een keuken vanzelf. De vorm volgt de functie.”

Om het iets concreter te maken, pakt hij het schetsboek waarin hij de Ego-keuken ontwierp. Op een van de vellen staan de vijf onderdelen waarop de Ego-keuken is gebaseerd. Het gaat om een kast, een gootsteen, een werkbank, een tafel en een fornuis met oven. Vijf onderdelen met vijf functies: conserveren, wassen, voorbereiden, bereiden en opdienen.

Hij gaat ze een voor een langs: “Laten we beginnen met het conserveren van producten. Eeuwenlang was dit een van de grootste problemen in de keuken en in veel moderne keukens is dit nog steeds niet goed geregeld. In de Ego keuken kun je iedere plank en ieder gebied in de kastjes een eigen temperatuur geven. Daardoor blijft al het voedsel van topkwaliteit. Belangrijk als je net zoals ik houd van vis, of van heerlijke hammen, sappig fruit en prachtige groenten.”

Verse pasta
Daarna wijst hij op de schets van de wasbak: “De keuken heeft een relatief grote wasbak. Groot genoeg om hele vissen of kalkoenen af te spoelen. Een professioneel formaat. Vorm volgt functie.”

Ook over de vorm en het formaat van de werkbank bestaat volgens hem geen discussie: “Mijn oma leeft niet meer, maar vroeger maakte ze iedere zondag verse pasta voor de hele familie. Dat is belangrijk voor Italianen. We hebben ruimte nodig om home made pasta te maken. Om te kneden, te snijden, te drogen. Daarom is het werkbank zo groot. En als je goed kijkt zie je dat de randen van het werkblad omhooglopen. Dan kun je met water en olie werken, zonder dat je bang hoeft te zijn dat het op de grond loopt.”

Het fornuis wordt gekenmerkt door robuuste, grote knoppen, die wat weg hebben van een professioneel fornuis zoals je dat ziet in restaurants. Wederom puur functioneel: “Hierdoor kun je het fornuis ook met vette handen bedienen.”

Scharnieren
Op detailniveau zijn er volgens Torsello een paar elementen die extra aandacht behoeven. Als eerste noemt hij de scharnieren: “Als je door een merk gevraagd wordt om een product te ontwerpen, dan zeggen ze meestal: ‘Verander alles wat je wilt, behalve de scharnieren’. Daar mag je nooit aankomen, omdat het een te complex vraagstuk is. Maar ik wilde om twee redenen zelf scharnieren ontwikkelen: rvs is zwaar, waardoor de scharnieren extreem stevig moeten zijn. En omdat scharnieren een bron van viezigheid zijn, wilde ik ze volledig wegwerken. Het kostte ons een jaar, maar uiteindelijk is het gelukt om scharnieren te maken die sterk, onzichtbaar en extreem hygiënisch zijn.”

Tot slot wijst de architect naar de kenmerkende deurtjes met ronde hoeken: “Veel mensen denken dat die rondingen esthetische waarde hebben, maar ook dit is puur functioneel. Rondingen zijn veel makkelijker schoon te maken.”

Ego was de eerste keuken die Abimis op de markt bracht. Later volgde de meer vierkante lijn Atelier, maar daar was Torsello niet bij betrokken. Zoals je vaker ziet bij architecten was het een eenmalig project, waarbij hij eenmalig zijn visie op een product etaleerde. Wel werden er de laatste jaren enkele nuances doorgevoerd. De grootse verandering vond een jaar of twee geleden plaats toen Abimis bekend maakte dat de Ego-keuken voortaan ook leverbaar is in enkele felle kleuren.

Recyclen
Torsello studeerde architectuur in Venetië. Hij woont nog steeds op het vasteland van deze beroemde plaats. Zijn studio bevindt zich op tien minuten rijden van de momenteel leegstaande gondels. Hij heeft zich er omringd met vrouwen. De vier belangrijkste functies in zijn bedrijf worden bekleed door een vrouw en ook de overige 31 medewerkers zijn overwegend vrouw. Het gaat om een archivaris, drie secretaresses en verder uitsluitend architecten. Het zwaartepunt ligt nog altijd op renovaties en restauraties van monumentale panden. In die hoedanigheid werd hij ook benoemd tot adviseur voor het Italiaanse ministerie van Cultureel Erfgoed.

Ook vandaag laat hij de mogelijk niet onbenut om hier een paar dingen over te zeggen: “In Italië hebben we zoveel monumentale panden, dat we daar soms laconiek mee omspringen. Natuurlijk moet je nieuwe functies toewijzen aan historische panden, maar wel op een manier waarbij de energie van gebouwen intact blijft. De essentie van het pand moet behouden blijven. Helaas denken sommige architecten langer na over hoe ze hun afval kunnen recyclen, dan de gedachten van hun voorvaderen. Dat stemt me soms droevig.”