designers

Joen

Een frame als basis

Weinig mensen hebben zo’n gevarieerde cv als Jeroen Dijksma. Maar in zijn modulaire keukenmerk Joen komt alles samen.

Designer Jeroen Dijksma heeft een achtergrond in de werktuigbouw en productontwikkeling. “Als je met die bril naar keukens kijkt, valt het op dat de buitenkant vaak mooi is, maar de constructie matig. Omdat een keuken vaak gebonden is aan bouwkundige kaders, bestaan ze uit onhandige klosjes, hoeklijntjes en schroeven. Maar als je de keuken lostrekt van het bouwkundige en op zichzelf laat staan, kun je een optimale constructie creëren zonder klosjes, hoeklijntjes en passtukken.”
Bovenstaande gedachtegang leidde tot het nieuwe keukenmerk Joen, dat vorig jaar het licht zag tijdens de najaarsbeurs van Eigen Huis. Het ontwerp wordt gekenmerkt door een vast frame van staal en aluminium. Een stevige, sterk omlijnde constructie, waaraan niet te tornen valt, maar met daarbinnen ruime vrijheid voor combinaties en materiaalkeuze.

Bespreekbaar 
“In eerste instantie wilden we slechts beperkte keuzevrijheid in materialen aanbieden”, blikt Jeroen Dijksma terug. “Maar op de beurs zagen we in dat dit onhoudbaar is. Bezoekers werden ter plekke verliefd op wat we neergezet hadden, maar wilden wel hun eigen persoonlijke stempel daarop drukken. Daarom denken we graag mee. Wil je een bepaald soort marmer, dan gaan we desnoods naar de steengroeven. Wil je maten die afwijken van de gangbare 60, 90 of 120 cm, dan is dit bespreekbaar. Zolang het maar van topkwaliteit is. Dat geldt ook voor de apparatuur.”

Eerder dit jaar legde hij ook de laatste hand aan een buitenkeuken. Het concept is een bijna één-op-één vertaling van de binnenkeuken, maar kent een dikker frame. De buizen zijn 80 x 80 mm in plaats van 50 x 50 mm. Het MDF-binnenwerk is ingeruild voor aluminium en natuurlijk is ook de overige materiaalkeuze beperkter door de blootstelling aan vocht, wind en temperatuurschommelingen.
Het merk dankt haar naam aan de schoonzus van de bedenker. Ze noemt Jeroen Dijksma ‘Joen’ en na lang twijfelen besloot hij zijn koosnaam te delen: “Tijdens de marketingfase hebben we alle bestaande keukennamen onder elkaar gezet. Weinig merken bleken een duidelijke betekenis te hebben, eerder iets associatief, net als Joen. En op z’n Engels klinkt het als ‘june’, een fijne zomerse associatie. Al moet ik bekennen dat we in eerste instantie kozen voor Jöen. Pas toen we merkten dat dit tot spraakverwarring leidde, hebben we de puntjes geschrapt.”

Olieboorplatform 
Als je Jeroen Dijksma tien jaar geleden had verteld dat hij nu een eigen keukenmerk zou hebben, zou hij je vermoedelijk voor gek hebben verklaard. Destijds was hij hoofd engineering van een specialistische afdeling die met talloze veiligheidseisen omklede noodaggregaten verzorgde op olieboorplatforms. En wie zijn cv bestudeert, ziet sowieso een bijzonder carrière-pad.
“Heb je even”, zegt hij lachend. “Ik begon met fulltime werken op mijn 19e, nadat ik van de mts was gestuurd.
Ik ging aan de slag bij een metaalbewerkingsbedrijf en kort daarna maakte ik de overstap naar een bedrijf dat blokhutten en tuinhuizen maakt. Daarna moest ik in militaire dienst. Ik zag er tegenop, maar achteraf hebben die negen maanden discipline me veel gebracht. Het zette me aan het denken en daar ontstond het idee om toch weer te gaan studeren. Omdat ik architect wilde worden, startte ik met mbo Bouwkunde, in de hoop door te groeien naar de universiteit.”
Zijn parttime studies combineerde hij met uiteenlopende banen. Eerst klom hij op tot werkvoorbereider, later tot leidinggevende. Onder meer bij Ballast Nedam, bij een mkb-bedrijf dat is gespecialiseerd in modulaire betonkisten en bij het eerder aangehaalde bedrijf dat generators maakt voor olieboorplatformen. En ondertussen rondde hij zowel een mbo Bouwkunde als een hbo Engineering, Design and Innovation af.

Productontwikkelaar 
De keukenwereld leerde hij kennen via gaspittenmerk PITT cooking. Toen hij er startte, betrokken zij net een kantoor in De Meern nabij Utrecht. Hij deed er alles, behalve sales. En het was tijdens een van zijn bedrijfsbezoeken aan een mooie woning dat hij besefte dat zelfs de constructies van high end keukens ruimte voor verbetering hebben. Het zaadje was gepland. En toen hij een parttimebaan als Business Consultant vond, lag de weg open om zijn keukenambities vorm te geven.
“Ik heb het ontwerpproces van de keuken benaderd als productontwikkelaar, niet als interieurbouwer of keukenproducent”, blikt hij terug. “Ik zeg niet dat het een beter of slechter is, maar het is wel een andere benadering. Ik heb alle fases van productontwikkeling doorlopen. Ideevorming, productdefinitie, concept, prototyping, een 0-serie, de testfase. Pas toen ik tevreden was, volgden de marketing en de zoektocht naar een geschikte supply chain en de bijbehorende partners.” Momenteel is Dijksma de enige die zijn hele ziel en zaligheid in het bedrijf legt, maar op de achtergrond spelen twee anderen een prominente rol. Artdirector Gaudi speelde een belangrijke rol vanaf het moment dat het frame er stond. En ook een zakelijk compagnon is nauw betrokken, maar moet zijn aandacht verdelen over meerdere bedrijven.
Alle onderdelen worden in Nederland bij derden gemaakt. Het frame wordt bij een gespecialiseerde CNC-producent gemaakt, een interieurbouwer maakt de kasten, weer een ander verzorgt de poedercoating. De werkbladen komen veelal van een leverancier op hetzelfde industrieterrein in Harderwijk, waar Jeroen Dijksma kantoor houdt en enkele proefopstellingen heeft staan.

Lange adem
Het paradestuk staat bij de ingang. Het gaat om een imposant keukeneiland dat wordt gedomineerd door wit Dekton en een groot houten blok dat dienstdoet als hakblok, maar doorloopt in de lades. Binnenkort wordt het geplaatst in een vrijstaande villa op de Utrechtse Heuvelrug. Het hout is afkomstig van een omgevallen boom in hetzelfde gebied. Het is de vijfde keuken die is verkocht. En ook deze gaat hij zelf plaatsen. Eventueel met hulp van een freelancer.
“Het is een lange adem”, zegt hij erover. “Geen marathon, maar een ultrarun. En zonder eindeloos reclamebudget. Maar ik geloof er in dat kwaliteit overleeft en dat we gaan slagen. We richten ons nu op Nederland, maar dromen van een erkend keukenmerk met een duidelijke footprint in Europa. Met eigen experience center en productiehal. En met aanvullende accessoires zoals lampen, stoelen en eettafels. Eigenlijk alles om een toffe keuken mee in te richten. Op de achtergrond zijn we daar al mee bezig, maar voorlopig ligt de focus op de keukens zelf.”