designers

Marc Sporer

In Siberië heeft niemand een koelkast

Waarom zie je China bijna nooit een kookeiland? Zijn de apparaten in Amerikaanse keukens echt groter, en waarom eigenlijk? SieMatic zocht en vond het antwoord op dat soort vragen. Marc Sporer kent alle keukens van de wereld en weet waarom ze verschillend zijn.

Onze planeet wordt voor zestig procent bevolkt door Aziaten. Europa is goed voor slechts tien procent. Dan zijn er nog 1,3 miljard Afrikanen, bijna een miljard Amerikanen en 36 miljoen Australiërs. Ook wonen er nog 59 miljoen mensen op eilanden in de Grote Oceaan.
Al die mensen hebben hun eigen eetgewoontes. De een wokt het liefst, terwijl anderen bij voorkeur koken, stomen, frituren of bakken. Vanzelfsprekend heeft dit grote consequenties voor de manier waarop keukens wereldwijd worden gebruikt. Maar wat zijn nou de grootste verschillen? Waar liggen de nuances? En hoe gaan internationale keukenmerken hiermee om?
We legden deze vragen voor aan Marc Sporer. De Duitse architect behoort tot het vaste designteam van ­SieMatic, dat in meer dan zestig landen actief is. Samen met een internationaal team van architecten drukt hij een behoorlijk stempel op de filosofie en uitstraling van het merk, maar daarbinnen heeft hij een bijzondere rol. Samen met zijn evenknie Perry Hanssen reist hij de wereld rond om showrooms en beursstands te ontwerpen. Sinds een jaar of negen opereert hij als freelancer. Naast zijn werk voor de Duitse keuken­fabrikant richt hij over de hele wereld woningen in.

Siberië
Als je alle landen waar hij heeft gewerkt op de wereldkaart inkleurt, blijven er weinig witte plekken over. Daarom lijkt Sporer de aangewezen persoon om de wereldwijde verschillen in keukengebruik te duiden. Hij begint met een treffend praktijkvoorbeeld uit Siberië, waar hij een keuken ontwierp voor een Russisch gezin.
“De klant wilde een typisch West-Europese keuken. Dat is een opdracht die ik vaker krijg in het buitenland. Toen het ontwerp klaar was, keek de Rus me bedenkelijk aan. ‘Wat moet ik met een koelkast?’, vroeg hij verbaasd. Hij vertelde dat bijna niemand in Siberië een koelkast heeft. De meeste woningen hebben een aparte kamer waar altijd een raampje open staat, daar wordt het bederfelijke voedsel bewaard. Maar hij vond het zo’n typisch West-Europees detail, dat hij de koelkast toch wilde hebben. Het apparaat heeft nog nooit aan gestaan. Ik geloof dat hij hem gebruikt als voorraadkast.”
“Aziatische keukens in het hogere segment bestaan meestal uit twee ruimtes”, trekt Sporer het gesprek wat breder. “In het droge gedeelte wordt het eten opgediend en gegeten. Gasten komen in principe niet in het natte gedeelte. Daar wordt gekookt. Er wordt vaak geroerbakt, dus alle kastjes in de natte keuken zijn afsluitbaar om vet en rook buiten te houden. Om die reden zie je in Azië ook zelden een kookeiland. Wokken kun je nou eenmaal beter tegen een muur doen. Dan hoef je na afloop alleen die muur schoon te maken, in plaats van de hele vloer.”

Butler
“In Noord-Amerika hebben keukens in grote huizen vaak een ‘butler pantry’ hoewel bijna niemand een butler heeft. Het is een soort bijkeuken waar de voorraden en het servies staan. Na het eten wordt de vaat hier gebracht, daarom zit de vaatwasser er ook vaak. Maar anders dan de natte keuken in Azië wordt hier niet gekookt.”
Tot zover enkele indelingsverschillen. Maar er is meer. Culturen, landen en individuen onderscheiden zich natuurlijk ook door hun keuzes voor apparaten, materialen en kleuren. Het cliché dat keukenapparaten in Amerika groter zijn is waar, maar dat geldt volgens Sporer ook voor koelkasten in Azië. Deels komt dit doordat Aziaten meer verschillende producten gebruiken, maar door de relatief hoge temperaturen koelen Aziaten ook dingen die bij ons gewoon op het aanrecht zouden liggen. Verder zie je in Europa meer inductie en minder afzuigkappen dan in de rest van de wereld. Dit komt door het relatief open en minimalistische karakter van Europese keukens.
Ook het kleurgebruik varieert sterk per streek. Als je de landen van de wereldkaart bijvoorbeeld de kleur van de meest gekozen keukenfronten zou geven, ontstaat er volgens Sporer een bijzonder patroon: “In Italië zie je terughoudende en kalme tinten, een beetje grijzig, eiken. China heeft juist warm fineer en in Scandinavië gebruiken ze door de lange donkere winters juist lichte tinten. Dat verschil zie je ook terug in andere materialen. Maar zwart is dan weer minder populair in China, omdat het wordt geassocieerd met onheil en verdriet.”

Lifestyle
Elk merk gaat op z’n eigen manier om met deze verschillen. Grote apparatenfabrikanten hebben doorgaans afwijkende maten voor verschillende markten. Keukenmerken lijken iets terughoudender. SieMatic definieert zichzelf vooral als een lifestyle-merk met drie verschillende stijlen; Urban, Pure en Classic. Want ondanks de wereldwijde verschillen zijn er volgens de SieMatic-filosofie drie cultuur-overstijgende menstypes, met bijbehorende levens- en keukenstijlen of een combinatie daarvan. Binnen dit speelveld krijgen consumenten ruime keuze uit apparaten, indelingen, kleuren en materialen. Vaak zijn de keuzes deels marktgebonden.
In beperktere mate zie je dit ook terug in de showrooms die Sporer wereldwijd inricht. Wie foto’s van zijn showrooms in het Chinese SuzHou en het Duitse Keulen vergelijkt, ziet dat ze allebei lichte vloeren en witte plafonds hebben: een neutraal podium voor de keukens. Ook qua opstelling zijn de verschillen kleiner dan die je bij eindgebruikers ziet. Maar de showroom in China is duidelijk warmer en weelderiger. In beide showrooms vind je meubels van het Duitse high-end merk Walter Knoll, maar het verschil zit in details. Kiest Sporer in Europa doorgaans voor vierkante tafels, in Azië zet hij meestal ronde tafels in showrooms.

Kleiner
“Waarschijnlijk zullen er altijd verschillen blijven”, zegt hij. “Maar ik zie verschuivingen. Omdat je overal naartoe kunt vliegen, wordt de wereld letterlijk kleiner. Er is veel onderlinge beïnvloeding. Veel Aziaten kijken nog altijd naar Italië als het gaat om design, maar Europa wordt steeds meer beïnvloed door Azië. We gebruiken bijvoorbeeld steeds meer metalen in ons interieur, zoals brons of zijdebehang. Ook komen veel bekende architecten en ontwerpers uit Azië.”
Sporer verwacht dat dit nog verder zal toenemen. “Meer dan de helft van de wereldbevolking woont in Azië. Bovendien neemt de high-end markt daar nog steeds toe. De Aziatische regio biedt enorme kansen voor goede ontwerpen en ontwerpers in de toekomst. Ook de ontwikkeling van opkomende en snelgroeiende markten zoals Vietnam zal heel interessant zijn om te volgen. In Europa wordt dit vaak met scepsis bekeken, maar ik zie het juist als iets positiefs. Misschien komt het door mijn werk, ik reis veel en probeer geen vooroordelen te hebben. Mijn motto is om eerst naar een land te reizen, het te zien, te voelen en dan een eigen mening te vormen. Ik voel me gezegend met mijn werk, want ik mag mensen blij maken met wat ik doe en ondertussen krijg ik indrukken van deze prachtige, veelkleurige wereld. Elke dag leer ik mijn geest open te stellen voor het onbekende.”