ontwerpers

Martin van Essen

Alleen goed luisteren

Deze zomer opent hij een nieuwe showroom in Koot­wijkerbroek. Ook de vormgeving en communicatie uitingen van zijn bedrijf gaan volledig op de schop. Maar volgens Martin van Essen moeten we daar niet te zwaar aan tillen: ‘Het blijven gewoon dezelfde keukens.’

Veel ontwerpers praten vol passie over hun werk. Door hun enthousiasme moeten ze vaak eerder afgeremd dan aangemoedigd worden. Martin van Essen is van een ander slag. Hij is juist spaarzaam met woorden. Iemand die gesloten vragen bij voorkeur beantwoordt met ‘ja’, ‘nee’, of ‘zou kunnen’. Om je vervolgens heel af en toe te verrassen met een bijzondere quote of tegelwijsheid.
“Wat ik zelf te vertellen heb, weet ik al, dus daarom luister ik liever”, zegt de ontwerper als hij er aan het eind van het interview mee geconfronteerd wordt. “Het is mijn taak om uit te vinden wat een klant wil. Dat kan alleen door goed te luisteren. Natuurlijk geef ik ook informatie, maar dat moet je doseren. Zeker tijdens een eerste kennismaking.”

Nuchter
Het lijkt tekenend voor zijn werkwijze en karakter. Martin van Essen is bovenal een hardwerkende, nuchtere vakman. Een meubelmaker die al jaren keukens op maat ontwerpt. Keukens van hoogwaardige materialen, van begin tot eind gebouwd in zijn eigen werkplaats en uitsluitend geplaatst door zijn eigen personeel.
Het interview vindt plaats in zijn showroom in Barneveld. Hij werkt al negentien jaar vanuit deze oude notaris­woning, maar deze zomer opent hij een nieuwe showroom in Kootwijkerbroek, naast de huidige werkplaats. Hij kan er meer keukens laten zien. Bovendien zitten de productie en showroom dan weer op hetzelfde terrein, waardoor hij klanten kan rondleiden door de werkplaats.
De verhuizing staat niet op zichzelf maar is het sluitstuk van een kleine make-over. De website is vernieuwd en het bedrijf krijgt een nieuwe huisstijl. Ook het concept is veranderd. In de nieuwe showroom worden alle keukens ingedeeld in een specifieke categorie, die wordt door­gevoerd in de offertes. Vijf productlijnen, met allemaal de naam van een beeldhouwer: Brancusi, Duchamp, Rodin, Canova en Adriano. Vijf keukens met een eigen karakter.

Uniek
“Je moet hier niet te zwaar aan tillen, hoor”, nuanceert Van Essen. “Iedere keuken die we maken is uniek, maar niet iedere keuken is opnieuw bedacht. De keukens die we maken zijn een afgeleide van een van deze vijf. Dat was vijf jaar geleden ook al zo, alleen toen hadden we deze namen nog niet verzonnen. Maar bovenal zijn het vijf vertrekpunten, vijf stijlen. Uiteindelijk wordt alles maatwerk.”
Martin van Essen begon zijn carrière bij de meubelmaker in zijn geboortedorp. Na het hout- en meubileringscollege ging hij er aan de slag als meubelmaker. Maar al vrij snel bleek dat hij daar weinig voldoening uit haalde. Bij nader inzien leek het hem interessanter om te ontwerpen. Hij wilde dingen maken waar een verhaal achter zat. Daarom begon hij in de avonduren aan een opleiding binnenhuisarchitectuur.
Kort nadat hij het papiertje binnen had, begon hij voor zichzelf. In eerste instantie met kleding- en boekenkasten, maar tot zijn eigen verbazing kreeg hij steeds meer aanvragen voor keukens. Zodra het financieel haalbaar was, nam hij iemand in dienst in de werkplaats zodat hij zich volledig op het ontwerpen kon richten.

Gesprekken
Een kwarteeuw later is het bedrijf een gevestigde naam in midden-Nederland. Er werken in ­totaal elf mensen. Jeroen Cruiming staat net als de eigenaar in de showroom. Zij voeren uitgebreide gesprekken met klanten, en ontwerpen op basis daarvan de keukens. Hun negen collega’s bouwen ze, en plaatsen ze op locatie.
Als Van Essen de vraag krijgt voorgelegd wat zijn bedrijf bijzonder maakt, aarzelt hij even. Maar na een korte pauze vallen de termen kwaliteit en betrouwbaarheid: “Zeker dat laatste is al heel wat tegenwoordig. Dat er in de bouw slecht gecommuniceerd wordt is niks nieuws, maar nu die branche totaal overspannen is geraakt, is het nog erger. Dat hoor ik van alle kanten. Wij komen onze afspraken wel na. Daar kun je van op aan.”

Wederom laat hij een iets te lange stilte vallen, maar vervolgt dan: “Wij maken altijd twee kleurstalen die we beiden ondertekenen. Dat is voor beide partijen prettig, maar vooral voor de klant. Want mocht er dan een keer iets misgaan, dan heeft die iets om op terug te vallen. Het staat op papier, dus dan kunnen we de hele welles-nietes-discussie overslaan. Dat vind ik belangrijk. Dat scheelt de klant onzekerheid.”