starchitecten

Francine Houben

Mooi ontwerp alleen is niet genoeg

Ze werd beroemd in het buitenland en sleepte met haar Delftse bureau Mecanoo enorme opdrachten binnen: de bouw van het Kaohsiung-centrum in Taiwan (2018), en de prestigieuze renovering van de bibliotheek in New York.
Het Kaohsiung-centrum is met 141.000 m2 het grootste theatercomplex ter wereld, welvend als de heuvels van Limburg waar Francine Houben vandaan komt. De vorm van het gebouw is ook gebaseerd op de plaatselijke banyan-boom, met luchtwortels en in elkaar overlopende kruinen. Open aan alle kanten voor natuurlijke luchtkoeling en grote toegankelijkheid, aansluitend bij de informele sfeer in de grote havenstad. De staalplaten en gevels zijn aan elkaar gelast door plaatselijke scheepsbouwers. Waar het dak de grond raakt, is een groen openlucht­theater ingebouwd.
Houben wil dat de gebouwen aarden ‘in de grond en de lokale cultuur’. Taiwan gaf haar als stedenbouwkundige ook de opdracht voor herinrichting van het stationsgebied. Weer een golvend gebouw, met een opgetild park boven het station met een hal dat trekken heeft van haar station in Delft. ‘Het wordt spectaculair mooi’, zei ze erover in de documentaireserie Een Hollandse architect met wereldsucces [NPO, 2018]. Mecanoo licht op de eigen website toe ‘in eerste plaats voor mensen te ontwerpen, ruimtes te bouwen die relevant zijn in hun omgeving en verbanden te leggen die een gebouw zin geven’. Het bedrijfsmotto is ‘Identiteit vinden in een geglobaliseerde wereld’.

De belangrijke renovatie van de bibliotheek in New York viel Francine Houben ten deel nadat de stad het ontwerp van de Britse architect Norman Foster had afgekeurd. Deze internationale coryfee wilde het hart uit het historische pand slopen. Het resultaat zou door Fosters atrium volgens de New Yorkers meer weg hebben van een modern hotel – niet het heel toegankelijke maar ook intieme kennisbolwerk waar de wereldstad zich op wil laten voorstaan en waar ook zwervers de hele dag mogen doorbrengen als ze gewoon rustig doen.
Francine Houben werd door de Amerikanen ingeschakeld omdat ze ‘de ziel’ begreep van de bibliotheek. Voor de opdracht – voorlopig budget: 500 miljoen dollar – onderzocht ze alle hoeken en gaten van het bestaande gebouw. Ze ging ook het dak op om vol zicht te hebben op de exacte omgeving. ‘Ik ben geen Google Earth-architect’, zegt ze op haar bureau in Delft. Ze heeft het nodig om de locatie ter plekke in detail te doorgronden. Vlakbij de Brooklyn Bridge huurde ze als eigen basis een appartement in een wolkenkrabber, ontworpen door haar vakgenoot Frank Gehry.

Library whisperer
Houben wordt in New York wel de ‘library whisperer’ genoemd, een variant op de ‘horse whisperer’ die wilde paarden weet te temmen. Ze was in Amerika opgevallen door haar Library of Birmingham (2013), de grootste bibliotheek van Europa en door Engelse tv-kijkers meteen gekozen tot het mooiste gebouw van hun land. Mecanoo zelf noemt dit ‘People’s Palace’ (volkspaleis) ‘een ode aan de cirkel, de archetypische vorm die het universele vertegenwoordigt, oneindigheid, eenheid en tijdloosheid’. De cirkel is als filigraan op de gevel verwerkt, een link met de metaalindustrie en de goud- en zilversmeden van de stad. Binnen werpt het metaalwerk levendige schaduwen en komt de cirkel ook weer terug in de rotunda met ronde verdiepingen vol boeken, en een cilindrische lift. In de gouden cirkel op het dak is de Shakespeare Memorial Room ondergebracht, de Victoriaanse lees­kamer uit 1882 die oorspronkelijk in Birminghams eerste centrale bibliotheek zat. Mecanoo kreeg voor het geheel grote ontwerpprijzen en overtuigde New York dat hun bibliotheek bij Francine Houben in goede handen was.
Voor Houben zijn bibliotheken ‘kathedralen van onze tijd’. De architecte ontwierp in 1997 de iconische bibliotheek voor TU Delft, de universiteit waar ze zelf in 1984 afstudeerde aan de faculteit Bouwkunde. Recent bedacht zij het interieur van de bibliotheek in LocHal in Tilburg (2018), de vooroorlogse locomotiefhal achter het station in Tilburg. LocHal is laagdrempelig en voor iedereen, een werkplaats met een leescafé, loungeplekken, stijlkamers voor presentaties, stille werk- en flexplekken, en een stadsbalkon. Ook Den Haag schakelt haar nu in voor een facelift van de Centrale Bibliotheek aan het Spui, in het 25 jaar oude gebouw van de Amerikaan Richard Meier.
In Tainan, Taiwan, komt van Houben een bibliotheek en in Washington DC voltooit Mecanoo de renovatie van de Martin Luther King bibliotheek, nog ontworpen door de moderne meester Ludwig Mies van der Rohe (1972). Deze Washington-opdracht vindt ze een van de fascinerendste. ‘Want je moet wel beseffen dat het een gebouw is van Mies van der Rohe. En als architect werken aan Mies van der Rohe, die een god is, genoemd naar Martin Luther King, die ook een god is, daar de bibliotheek van de toekomst van te maken – hoe moet je dat doen met die twee mannen die over mijn schouders meekijken?’ Dat voelt als een grote verantwoordelijkheid, gaf ze toe. ‘Maar het heeft me de waarde van architectuur en de waarde van humanisme en van de toekomst laten uitbalanceren.’ [Architects not
Architecture, 2020].

Materialig
Francine Houben werd als vierde van vijf kinderen geboren in Sittard, Limburg (1955). Haar vader werkte voor de Staatsmijnen en het gezin verhuisde naar Den Haag, daarna naar Groningen. Haar moeder had het druk met het runnen van het gezin en met renovaties van hun huizen, en het overleg daarover met aannemers. Voor Francine zouden de verhuizingen van het ene landschap naar het andere inspirerend zijn: van de Limburgse heuvels naar Den Haag naar Groningen, ‘dat in die jaren zestig een soort Siberië was, niemand ging daar heen.’
Niet alleen de landschappen verschilden, ook de grond en de mensen. Nu woont ze al jaren in Rotterdam, maar Limburg bleef een invloed. Met dat mergel een ‘materialig’ landschap, zegt Houben, vol perspectieven; het reliëf zou terug te vinden zijn in haar ontwerp – ook dus in Kaohsiung.
Twee broers gingen studeren in Delft, architectuur en bedrijfskunde. Francine volgde hen. Toen ze de – later afgebrande – faculteit in Delft binnenliep en de prachtige hal zag met modellen, wist ze meteen dat bouwkunde voor haar was. De tijdgeest drukte zijn stempel. Het was een politieke tijd vol feesten en discussies, en de dynamische ‘straat’ in het faculteitsgebouw waar zich van alles afspeelde was een belangrijke invloed: ook dit principe zou ze inzetten in eigen ontwerp.
Nog voor ze was afgestudeerd won Francine Houben met twee studiegenoten een grote prijs voor jongerenhuisvesting aan het Kruisplein in Rotterdam (1981). ‘Het was de tijd van democratisering en stadsvernieuwing. Dat speelde ook bij de TU. Veel architecten gingen de politiek in. Ik wilde ook meegaan in die stroom van democratisering en verandering. Maar dan door dienstverlenend te ontwerpen.’ [Delta, Journalistiek Platform TU Delft, 2020]. Met Mecanoo, officieel opgericht in 1984, werkte ze aan stadsvernieuwing, woningbouw en openbare ruimten in Rotterdam, Den Haag en ­Amsterdam. ‘Dat je sociale woningbouw ook als architectonische opgave kon zien, zoals wij deden, was een eye opener voor Nederland en de rest van de wereld.’
Woningbouw bleef een van de pijlers van Mecanoo. In Amsterdam-Noord gaat het bureau in de nabije toekomst de 90 meter hoge BrinkToren neerzetten. Voor Rotterdam ontwierp de groep Nieuw Terbregge (2002) – laagbouw met menselijke maat. Maar ook de woon/werktoren Montevideo (2005) met Amerika’s wolkenkrabbers als inspiratie. Het is het gebouw met de acht meter hoge ‘M’ bovenop het dak, die meedraait met de wind. De Montevideo, vlakbij De Rotterdam van Rem Koolhaas en de Erasmusbrug van Ben van Berkel, staat op de plek waar vroeger de schepen vertrokken naar Amerika. De naam van het gebouw refereert aan de tijd dat hier pakhuizen stonden met namen als New Orleans, Baltimore en Havana.

Amerika
Houben reisde geregeld naar Amerika en ontmoette er dankzij haar hoogleraar Max Risselada ontwerpers als Charles en Ray Eames. ‘Die waren voor mij heel belangrijk. Om de houding, hoe je plezier hebt in je werk en hoe je composities maakt. Een soort tijdloze architectuur.’ [Architect not Architecture, 2020]. In haar begintijd waren er ook invloeden uit Japan, waar ze dankzij een Nederlandse toelage drie maanden kon doorbrengen. Ontmoetingen met andere internationale architecten droegen bij, zoals de Portugees Alvaro Siza. ‘Woningbouw was erg gereguleerd. Ik had in Delft geleerd dat het allemaal heel rationeel moest zijn – Siza maakte iets gewoon gróter als hij dat nodig vond. Dat gaf me vrijheid en de mogelijkheid te denken op een meer sculpturale manier’.
Aan het begin van het nieuwe millenium nodigde Max Risselada haar uit voor deelname aan een tentoonstelling tijdens de biennale in Sao Paolo, in een gebouw van Oscar Niemeyer. De tentoonstelling die ze samenstelde heette Mecanoo Blue. In Brazilië kwam Houben ook in aanraking met de denkwijze van de Italiaanse architecte Lina Bo Bardi, die zich sterk richtte op – en werkte met – de plaatselijke bevolking. ‘Dat gaf me het gevoel thuis te komen. Misschien dat dat ook kwam door het vele verhuizen in mijn leven, het aanpassen en proberen te begrijpen met wat voor type mensen je werkt.’