starchitecten

Jean Nouvel

Rocker van de Franse architectuur

Tien jaar geleden vonden critici hem over zijn creatieve hoogtepunt. Jean Nouvel, in 2008 winnaar van de grote Pritzker architectuurprijs, heeft de wereld sindsdien getrakteerd op zulke flamboyante bouwwerken dat de critici vervolgens schimpten dat dergelijke architecten geldverspillers zijn, en de verwarring en onnozelheid laten zien van onze tijd.

Onnozelheid? Zeg dat maar eens tegen Rijswijk, waar het indrukwekkende nieuwe onderkomen staat van EPO, het European Patent Office van de hand van Nouvel. Door de enorme half spiegelende, half doorschijnende glaspanelen een soort fata morgana, ijl de elementen trotserend, 107 meter hoog en 156 meter lang, met daverend uitzicht over Den Haag en omstreken, en in de verte de zee.
Glas en staal zijn grote favorieten van Jean Nouvel. Wat hij in Rijswijk heeft neergezet, in samenwerking met de Nederlandse architect Diederik Dam die hij kent van een Zuid-Frans terras, symboliseert voor hem de polder en de ‘horizontaliteit van de steengeworden zee’.
De dag voordat de koning het pand komt openen, is de internationale pers in Rijswijk uitgenodigd voor een rondleiding door Nouvel zelf, Diederik Dam en de bouwers van het Nederlandse consortium TBI. Alleen al de verhalen over de beroemde Franse architect hebben nieuwsgierig gemaakt. Jean Nouvel (1945) is de rocker genoemd van de Franse architectuur, naar wie de Amerikaanse filmsterren Angelina Jolie en Brad Pitt een baby hebben vernoemd (‘Shiloh-Nouvel’).

Knots
Op foto’s heeft Nouvel de zwemmende ogen van de innemer – hoe vaak halen de media zijn voorliefde voor dure wijn niet aan. Zijn bed is naar verluidt de plek waar hij als genie vaak ‘s ochtends urenlang nadenkt met een oogmasker op en oordoppen in. Eenmaal herrezen, en dan tot heel laat multitaskend, gekleed in zwart behalve als het zomer is en de locatie Zuid-Frankrijk, dan draagt hij wit. Een architect met een gat in zijn hand die zelf toegaf, over zijn begin dit jaar geopende Louvre in Abu Dhabi, dat zoiets op een zandbank ‘un peu fou’ was – een beetje knots. Interessant zelfinzicht, maar nog een understatement vergeleken bij de omschrijving van recensenten die zijn ontwerp ‘an Arab city on steroids’ hebben genoemd (New York Magazine, 2015).

Perfecte treden
In Rijswijk blijkt de grote architect bescheiden in stem en verschijning. Nu 73 jaar, licht schuifelend en een beetje gebogen, maar de lift naar de ruimte met de maquette slaat hij af: de trap heeft perfect brede treden die makkelijk te nemen zijn. Hij fluistert zacht in zijn microfoon over de maquette: “Dit is een helikopterview. Je moet op ooghoogte staan voor het werkelijke effect.”
Hoe waar dat is, blijkt tijdens de rondwandeling door het gloednieuwe pand dat uit twee delen bestaat: het hoge hoofdgebouw heet New Main, het veel lagere achterliggende gebouw Hinge (‘scharnier’). Totale bouwkosten 205 miljoen Euro. Het strak-abstracte exterieur van New Main is binnen in de lobby afgezet tegen kleur en psychedelische zilveren rimpelmuren. Tegenover de enorme luifel boven de entree en de transparante glaspanelen buiten (er is 100.000 vierkante meter glas gebruikt) staat het warme plafond in de lobby: met veel mauve een interpretatie van de vlaggen van Europa; EPO is een van de grootste Europese overheidsinstellingen.
Tegen DVK zegt Jean Nouvel dat hij de kleuren gaat aanpassen, over de weergave van die vlaggen is een discussie en hij denkt er nog over na. Het gebouw is zo goed als klaar, maar de strakke spiegelvijver van 16000 m2 die als een slotgracht om het pand heen komt, nog niet. Ook moet het oude kantoor ernaast nog worden afgebroken.
Iemand merkt op dat het steenrood in de fitnessruimte in Hinge doet denken aan Nouvels kleurkeus voor een sociaal wonen-project in Frankrijk. Hij knikt kort, veel woorden verbruikt hij niet. Als wij hem vragen waarover hij zelf het meest tevreden is in Rijswijk antwoordt hij: “Dat het af is.”
Liever filosofeert hij, zoals ook uitgebreid te lezen valt op de website van zijn ‘Ateliers’ in Parijs. “Met de zee in de verte lijkt dit gebouw op het schip van een admiraal”, zegt hij zacht in zijn microfoon. “Met andere stoffelijkheid. L’eau et ciel, water en hemel. Het type stoffelijkheid dat de lucht toebehoort.”

Metafysisch
Jean Nouvel houdt tot in een laat stadium opties open, vertelt een hoge vertegenwoordiger van bouwconsortium TBI. “Zoals bij het type glas. Daar is heel lang gezocht naar hoe hij het voor zich zag. Hij wilde het minder groen, zocht naar een perfecte grijstint. Dat was moeilijk voor de voortgang.” Het glas in Rijswijk werd door de aanpassingen van Nouvel veel duurder dan beraamd, en kreeg een patent, zoals ook andere toepassingen en innovaties in dit gebouw patenten hebben die EPO zelf heeft toegekend.
Duurzaamheid was het uitgangspunt; dubbele glazen wanden en zwevende tuinen beplant met driehonderd plantensoorten vormen onderdeel van de klimaat­beheersing in het pand, er zijn ruim 800 m2 zonnepanelen, boven is de zen-daktuin met schelpenpad. “Een ontmoetingsplaats, een beetje metafysisch”, licht Jean Nouvel toe.
“Hoe is dit voor iemand met hoogtevrees?”, vraagt een verslaggever in de transparante daktuin, starend naar de afgrond. Nouvel begrijpt de vraag eerst niet, zegt dan: “Dan ga je niet naar het dak!” Even later wil hij zelf zijn prachtige spiegelbalkon op voor het ultieme uitzicht, maar de glazen deur wordt net op slot gedraaid. “En die blijft op slot ook”, zegt de dienstdoende employé resoluut. “Hoezo?” vraagt de architect, nu werkelijk verbaasd. De employé ontwijkt de vraag, geeft dan schoorvoetend toe dat er ‘ongelukken’ zijn gebeurd. Nouvel haalt zijn schouders op en zegt: “In Parijs springen ze van alle gebouwen.” Voor hem is dat duidelijk niet de verantwoordelijkheid van de architect.

Contextualist
Maar Jean Nouvel is wél bereid zijn ontwerp aan te passen aan het omringende landschap. Hij noemt zichzelf een ‘contextualist’: voor hem moet er een verband bestaan. “Want overal ter wereld worden al torens gebouwd die er hetzelfde uitzien, uitwisselbaar zijn en zelden karakter toevoegen aan hun steden.”
Hij heeft herhaaldelijk de manier afgewezen waarop steden anno nu worden gebouwd: ‘Via technocratische en simpele wetten [..] als je de verhouding niet meeneemt met andere gebouwen, de context, dan kun je geen interessante kant op, want dan doet iedereen gewoon zijn eigen kleine ding.’ (The Guardian, 2015).
Door die aanpassingen is hij wel een architect zonder eigen stijl genoemd. Tegen een Amerikaans tijdschrift (New York Magazine, 2015) vertelde hij tevreden lachend hoe zijn inzendingen, die voor grote architectuurprijzen anoniem moeten worden ingediend, vaak niet tot hem te herleiden zijn. ‘Als ze niet weten van wie het is, dan is het van mij.’
Maar staan zijn gebouwen eenmaal, dan zijn ze duidelijk ‘Nouvel’. Het nieuwe nationale museum in Doha, Qatar, lijkt op de woestijnroos, op kristallen; het museum zelf is de verzamelplaats van wat het nomadenvolk heeft meegebracht uit de woestijn. In Manhattan wordt de wolkenkrabber Tour de Verre op dit moment voltooid, met hotelruimte, appartementen en gekoppeld aan het Museum of Modern Art. Het is een ‘urban icon’, ook bekend als 53W53, naar het adres. De toren is met 320 meter niet de hoogste van New York, maar is met asymmetrische lijnen zichtbaar vanuit elke hoek in Central Park. Nouvel: ‘Leven in dit gebouw voelt als het bewonen van een krachtig aanwezige en geruststellende structuur, zoals die van een grote boom.’
De voor een waterbedrijf gebouwde Agbar Tower (2005) in Barcelona, kogelvormig en oneerbiedig bijgenaamd ‘de zetpil’, werd twee jaar later onderscheiden met de internationale Highrise Award. Nouvel vindt het geen wolkenkrabber naar Amerikaanse begrippen, maar ‘een vloeibare massa die als een geiser de grond uitbarst onder doorlopende, berekende druk’. China gaf hem in 2014 de opdracht voor het National Art Museum of China (NAMOC), het grootste museum van Azië en als vorm geïnspireerd door ‘de enkele pennenstreek’ uit de kalligrafie. Het ontwerp staat voor ‘het moment en de eeuwigheid’ en komt naast het Olympisch stadion, bijgenaamd het Vogelnest. Nouvel won de opdracht van 155 mededingers. Ondertussen bouwde hij EPO in Rijswijk.

Tricolore
In zijn eigen land gaat in de havenplaats Marseille Nouvels gebouw ‘Marseillaise’ nu open, met de ‘tricolore’, de kleuren van de Franse vlag: bleu, blanc, rouge. Marseille had nog niet zo lang geleden geen hedendaagse hoogbouw, maar die ontwikkeling kon natuurlijk niet uitblijven. De Brits-Irakese architecte Zaha Hadid zette er in 2011 de eerste neer: een 140 meter hoge toren voor een groot scheepscontainerbedrijf. Volgens de bedenkster een ‘verticaal icoon’ dat in wisselwerking moest staan met oude monumenten van de stad. Jean Nouvels ‘Marseillaise’ heeft 31 verdiepingen. Hij zegt dat het gebouw, ondanks de naam die gelijk is aan het Franse volkslied, niet ‘strijdlustig’ is maar zíjn ode aan het licht, een ‘ladder naar de hemel’. Hij heeft er een toren van willen maken die enig is in zijn soort en past bij de Middellandse Zee.
De grote ruzie over zijn Philharmonie de Paris, voltooid in 2015, heeft de prominente vervolgopdrachten dus duidelijk niet belemmerd. Hij werd gehekeld als een verkwister. Jean Nouvel was zo verbolgen over de in zijn ogen niet goede afwerking – uit budgetoverwegingen omdat de bouwkosten al waren opgelopen tot 386 miljoen euro – dat hij zijn naam wilde ontkoppelen van dit project.

Genie
New York Magazine gaf in hetzelfde jaar als weerwoord aan critici: ‘[Nouvels] werk af te doen als arrogant en dwaas is werk verwerpen van een van de grootste professionals van dit tijdperk. Wat hem interessant maakt is de interactie tussen zijn talent en zijn fouten – het feit dat een architecturaal genie ook een extreem egoïstische beeldhouwer kan zijn’.
Het werk van deze Franse rocker staat nu voor veertig jaar in Rijswijk: dat is de termijn waarvoor het EPO-gebouw is bedoeld. Het ontwerp is ‘megalomaan’ genoemd. “Ach, dat is zo Hollands om dat te zeggen”, vindt co-
architect Diederik Dam. “Het heeft allure, maar geen over-status. Het is gewoon een groot gebouw.”
De creatie ervan was bijna ontspanning voor Jean Nouvel, vertrouwt een projectleider ons toe. “Tegelijkertijd speelde de stressvolle competitie voor een opdracht in China. Op momenten van twijfel in die tijd ging Nouvel wel eens voor een medewerker staan, om hem diep in de ogen te kijken en te zeggen: ‘Kijk me aan. Dit gáát allemaal lukken. Luister naar me: dit lukt’ “.

CV 
Jean Nouvel (1945) werd aan het eind van de Tweede Wereldoorlog geboren in Fumel, in de Franse Lot-et-Garonne. Vader Roger, die in het verzet had gezeten, was onderwijzer, moeder Renée doceerde Engels. Het gezin verhuisde een paar keer en vestigde zich in Sarlat in de Dordogne, waar Jean naar het lyceum ging. Hij wilde schilder worden, zijn ouders vonden wiskunde beter; de middenweg werd architectuur. Hij schreef zich in Bordeaux in (1964), werd twee jaar later toegelaten tot de École des Beaux-Arts in Parijs, werkte voor architect Claude Parent en liet zich inspireren door stadsplanner Paul Virilio. Nouvel opende zijn eerste architectenbureau in 1970 en werd grondlegger van de Maart 1976-protestbeweging tegen corporatisme in architectuur.
Hij heeft inmiddels wereldwijd meer dan tachtig gebouwen op zijn naam staan, zoals het Arab World Institute (Parijs 1987), Lyon Opera House (Lyon 1993), Fondation Cartier (Parijs 1994), uitbreiding van het Centro de Arte Reina Sofia (Madrid 2005), Quai Branly Museum (Parijs 2006), Guthrie Theater (Minneapolis 2006), de Serpentine Gallery (Londen, 2010) en Doha Tower (Doha, 2011).

Klokkentoren
Ook in de Dordogne, waar Nouvel opgroeide, is zijn werk te zien. Hij zette in Sarlat een ultramoderne panoramalift in een middeleeuwse klokkentoren (Eglise Sainte Marie, 2013) en vijftien meter hoge deuren in een kerk in het centrum, die wordt gebruikt als culinaire markt. Aan de binnenkant van die grijze deuren liet hij in rood schrijven: ‘Architectuur is een mix van nostalgie en extreme verwachting’. In Périgueux, provinciehoofdstad van de Dordogne, overkapte hij de Gallo-romeinse nederzeting Vesunna (2003) met glas en staal: het glas weerspiegelt hier de historische omgeving.
Nouvels werk is bekroond met grote internationale awards en hij kreeg eredoctoraten van de Royal College of Art in Londen, de Design Universiteit van Napels en de Royal Academy of Art in Kopenhagen. Zijn in Parijs gevestigde Ateliers Jean Nouvel (AJN) heeft 140 werknemers uit ruim twintig landen.

Keukens en badkamers
Jean Nouvel ontwerpt niet alleen gebouwen maar sinds dertig jaar ook meubels: inmiddels ruim honderd. Hij liet zich eens ontvallen dat hij geen ‘designer’ genoemd kan worden: ‘Design doe ik occasioneel. Ik ben Philippe Starck niet.’ Nouvel-ontwerp voor keukens en badkamers is terug te vinden in hotels. Op pr-foto’s van 53W53, de nieuwe wolkenkrabber in New York, schemert tussen zijn staal en glas een solide keukenblok. In samenwerking met DuPont en Ernestomeda bedacht hij Nouvel Lumières, een prototype keuken met doorzichtige panelen in een plexiglas frame. Door de verlichting van de achterpanelen zijn de contouren te zien van wat er in de kasten staat, als een Chinees schaduwspel. Alle elementen – panelen, werkvlakken, afwerking – zijn in Corian, gekoppeld aan do­motica, touch-control en verwarmingsmembranen.